Eenenveertig KFOR-soldaten, behorend tot het NAVO-contingent in Kosovo, waaronder 14 Italianen, raakten gewond bij de ernstige confrontaties met Servische demonstranten in Zvecan. Van de 14 gewonde Italianen zijn er drie ernstig maar niet levensbedreigend. Ze werden geraakt door molotovcocktails en andere brandgevaarlijke artefacten.
KFOR-troepen kwamen tussenbeide in Zvecan, in het noorden van Kosovo, om Servische demonstranten uiteen te drijven die voor het plaatselijke stadhuis demonstreerden om te protesteren tegen de inhuldiging van de nieuwe burgemeester van Albanese etniciteit. KFOR kwam tussenbeide toen de menigte, ondanks de oproep van hun politieke leiders, weigerde om twee speciale voertuigen van de Kosovaarse politie door te laten, die sinds de ochtend geblokkeerd waren tussen de demonstranten. Demonstranten riepen op tot terugtrekking van alle politie uit het stadhuis.
Soortgelijke protesten breidden zich toen ook uit naar Zubin Potok en Leposavic. Het leger van KFOR gebruikte verdovingsgranaten om de demonstranten uiteen te drijven, die reageerden door met stenen, flessen en brandgevaarlijke voorwerpen te gooien. Inmiddels heeft Servië het leger aan de grens ingezet.
KFOR is sinds 1999 actief na het conflict tussen Serviërs en Albanezen met als taak het waarborgen van vrede en veiligheid. De Italiaanse soldaten zijn gestationeerd in het Regionaal Commando West in Peja waar momenteel het 9e Alpini Regiment van L'Aquila wordt ingezet.
“Ongerechtvaardigde aanvallen op NAVO-eenheden zijn onaanvaardbaar en KFOR zal haar mandaat onpartijdig blijven vervullen”. Dat beweert de commandant van de Kfor-missie, de divisiegeneraal Angelo Michele Ristuccia.
De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov zei: “Er dreigt een grote explosie in het hart van Europa, waar de NAVO in 1999 een aanval uitvoerde tegen Joegoslavië. Serviërs vechten voor hun rechten in Noord-Kosovo.
KFOR heeft er bij Belgrado en Pristina op aangedrongen om een dialoog aan te gaan onder leiding van de Europese Unie om de spanningen te verminderen, de enige weg naar vrede en normalisering.
Abonneer je op onze nieuwsbrief!
De Servische leider Vucic beschuldigde zijn ambtgenoot Kurti ervan een "bloedbad" in de regio te willen. De leider van Belgrado nodigde ook de Serviërs in Kosovo uit, wetende "hoe ze zich voelen en hoe moeilijk het voor hen is om niet in conflict te komen met de NAVO", om dat niet te doen "niet omdat ik bang ben of omdat iemand van ons bang is, maar omdat dat is wat Kurti het liefst wil." Hij vroeg ook dat de demonstraties "vreedzaam" zouden zijn, maar "als de Albanese bezetter schiet, dan zal de situatie totaal anders zijn en dat heb ik aan iedereen in de NAVO meegedeeld".
Het Servische leger blijft tot aanstaande vrijdag in de hoogste staat van paraatheid, zei minister van Defensie Milos Vucevic gisteren, waarmee hij de inzet van troepen langs de grens tussen Servië en Kosovo bevestigde. "Deze eenheden staan klaar om elke taak en opdracht uit te voeren die van de opperbevelhebber van de strijdkrachten komt, in de hoop dat er een politieke oplossing zal worden gevonden".
Tegelijkertijd uitte de minister van Defensie kritiek op KFOR, de NAVO-strijdmacht in Kosovo, die volgens hem de verdediging van de Kosovaarse politie en de 'usurpatoren van de democratie' op zich zou nemen in plaats van de Servische bevolking.
Vucevic definieerde een situatie waarin burgemeesters en alle anderen geëscorteerd door gepantserde voertuigen en zwaarbewapende agenten naar hun werk moeten gaan en zei dat het Servische leger voortdurend in contact staat met KFOR en dat vanmorgen de stafchef, generaal Milan Mojsilovic, sprak met de commandant van KFOR, de Italiaanse generaal Angelo Michele Ristuccia, die de inzet van de NAVO-strijdmacht herhaalde om de vrede te bewaren en botsingen met de Servische bevolking te vermijden.