Banken: ABI verspreidt het 5e rapport over Europese bankenmarkten

De analyse van de jaarrekening met betrekking tot het 2018-boekjaar van de belangrijkste bankgroepen die in Europa actief zijn, toont een scenario van verbetering van de fundamentals van de sector, met name zichtbaar in termen van activakwaliteit. Sommige aandachtsgebieden ontbreken echter niet, voornamelijk vanwege de ongunstige evolutie van het internationale economische scenario dat zich sinds de tweede helft van de 2018 heeft voorgedaan.

Het rapport onderzoekt de Europese bankmarkten in termen van balans, inkomen, productiviteit en efficiëntie door de analyse, tussen de 2006 en de 2018, van de geconsolideerde jaarrekeninggegevens met betrekking tot een steekproef van 112-bankgroepen, gelijk aan ongeveer de 75 % van de Europese markt.

De belangrijkste bewijzen die in het rapport worden beschreven, schetsen een kader waarin de positieve aspecten de overhand hebben, vooral in vergelijking met het recente verleden, ook al zijn er enkele aandachtsgebieden, voornamelijk veroorzaakt door de ongunstige evolutie van het economisch kader die zich sinds de tweede helft van 2018.

Over het algemeen laten de 2018-trends een verbetering van de activakwaliteit en een vermindering van het kredietrisico zien, in een context van kapitaalversterking en herstel van de inkomstenresultaten, die echter onder het niveau van 2007 voor de crisis blijven. De belangrijkste onzekerheidsfactoren die kunnen worden vergeleken met deze gunstige cyclische intonatie zijn toe te schrijven aan exogene elementen in de banksector. Hiervan lijken de mogelijke gevolgen van de huidige economische vertraging en de effecten van een regelgevingsomgeving die zich nog steeds sterk ontwikkelt, bijzonder relevant te zijn, waarbij de eerste het herstel van de kredietvraag ter ondersteuning van investeringen beperkt en de tweede die het aanbod kan beïnvloeden van krediet.

Meer in detail toont de analyse aan dat ondanks de toename van Europese banken die het jaar winstgevend afsluiten, de prestatieniveaus beperkt blijven. In het bijzonder lijkt het percentage Europese banken dat de 2018 met verlies heeft gesloten, terug te keren naar de fysiologische niveaus van vóór de crisis 2007, gelijk aan de 9%, ver van de 30% bereikt in de 2012. Het cijfer neemt bijzondere waarde aan met betrekking tot de traditionele handelsbanken van de Zuid-Europese landen, die het meest te lijden hebben gehad onder de gevolgen van de crisis van de reële economie. In dit geval, vergeleken met de piek van 2012, toen meer dan 1-bank op 2 verlies leed, bevond zich vorig jaar alleen 1-bank op 10 in deze toestand. 

Differentiëlen, in termen van risico en winstgevendheid, vervagen daarom meestal bij de grote Europese banken. De meest recente gegevens geven aan dat de Europese banksector, ondanks de complexe macro-economische context, evolueert naar een structuur waarin het traditionele commerciële bankmodel de overhand heeft. Dit is een fenomeen dat van bijzonder belang is voor de landen van de Europese Unie, waar economische groei, meer dan in andere geografische gebieden, een sterke banksector nodig heeft, gericht op het ondersteunen van gezinnen en vooral bedrijven, met name kleine bedrijven. en middelgrote bedrijven die, bij gebrek aan een goed ontwikkelde Europese kapitaalmarkt, in de banksector de belangrijkste en soms exclusieve financieringsbron voor hun investeringen vinden.

In termen van winstgevendheid ligt het rendement op geïnvesteerd kapitaal (Return On Equity, ROE) in totaal rond 6,6% in Europa, een stijging met ongeveer 50 basispunten vergeleken met 2017. Na aftrek van buitengewone kosten en opbrengsten zou de ROE gelijk zijn aan 6,7%, met een toename van 80 basispunten in het jaar. De verbetering van de economische resultaten werd vooral bereikt dankzij de vermindering van de aanpassingen en het zorgvuldige beheer van de operationele kosten tegen een lichte vermindering van de totale opbrengsten. Niettemin moet worden opgemerkt dat het aantal grote Europese banken dat in staat is om prestatieniveaus boven de zogenaamde kapitaalkosten te produceren, nog steeds bescheiden is, ongeveer 1 op 3 in de 2018, tegen 8 op 10 vóór de crisis.

De trends voor banken die in Italië actief zijn, zijn vergelijkbaar met die op andere Europese markten. Een van de belangrijkste kenmerken van de meest recente dynamiek van Italiaanse banken is de sterke verbetering van de activakwaliteit, zowel wat betreft stromen als voorraden. In het bijzonder daalde in het vierde kwartaal van de 2018 de stroom van niet-renderende leningen naar totale leningen tot 1,4%, in lijn met de gemiddelde waarden van de periode van twee jaar voorafgaand aan het begin van de crisis. De voorraad niet-renderende leningen vertoonde ook belangrijke tekenen van verbetering: het bedrag aan leningen met bijzondere waardeverminderingen uitgedrukt na bijzondere waardeverminderingen die al in december op bankrekeningen (netto NPL) werden berekend, bedroeg ongeveer 2018 miljard, een daling ten opzichte van 90 miljard een jaar eerder (-129%); op dezelfde datum was de netto NPL-ratio gedaald onder de 30% vanaf het maximumpunt van de 4,3% aan het einde van 9,6.

Vooruitkijkend blijven de voorspellingen voor de activakwaliteit positief. De ABI-analyse geeft aan dat het convergentieproces van de NPL-ratio naar het niveau van vóór de crisis moet doorgaan ondanks de minder briljante cyclische toon van onze economie: aan het einde van de 2022 moet de index op 2,4% staan, zelfs iets lager dan de 2007-gegevens.

Banken: ABI verspreidt het 5e rapport over Europese bankenmarkten