Justitie, DL over het penitentiair systeem en strafrechtelijke hervorming

De ministerraad keurde, op voorstel van minister van Justitie Carlo Nordio, een wetsdecreet met twee interventies betreffende het penitentiaire systeem en de hervorming van het strafproces goed. 

Het eerste punt van de bepaling is bedoeld om - binnen de door het Grondwettelijk Hof aan het Parlement aangegeven termijn van 8 november - een reactie te geven op de waarschuwing in de verordening nr. 97 van 2021, betreffende het verbod op penitentiaire uitkeringen aan gedetineerden voor ernstige misdrijven die niet samenwerken met het rechtssysteem. De tekst geeft hoge eisen aan de erkenning van de bevindingen van de rechters van de Raad en tegelijkertijd te voorkomen dat personen die mogelijk nog banden hebben met de criminele context van herkomst, worden toegelaten tot beloningsmaatregelen. Het decreet houdt volledig rekening met de voorgestelde wet - met betrekking tot art. 4bis van het penitentiair systeem - reeds goedgekeurd door de Kamer van Afgevaardigden in de laatste legislatuur en richt zich vooral op de voorwaarden voor het toekennen van deze uitkeringen: voor de veroordeelden voor zogenaamde belemmeringsdelicten, goed gevangenisgedrag of deelname aan behandeling alleen zal niet voldoende, maar er worden specifieke elementen geïntroduceerd die het mogelijk maken om de feitelijke banden met de georganiseerde misdaad of het risico van het herstellen van dergelijke contacten uit te sluiten. 

Geen automatisme dus in het mechanisme voor het toekennen van penitentiaire uitkeringen, volgens de aanwijzingen van het Grondwettelijk Hof, maar veiligheidsgaranties worden ook gewaarborgd door een aangescherpte procedure voor de beoordeling van verzoeken, die ook voorziet in de verplichting van de rechter-commissaris om meerdere meningen te vergaren, waaronder die van de nationale aanklager voor antimaffia en terrorismebestrijding. Verder introduceert de tekst wijzigingen met betrekking tot het verlenen van voorwaardelijke invrijheidstelling (het verzoek kan worden ingediend na het uitzitten van 30 jaar gevangenisstraf) en voorziet in een overgangsregeling voor gevangenen die misdaden hebben gepleegd voordat de hervorming van kracht werd. 

Het tweede punt van het wetsdecreet betreft de hervorming van het strafproces en het sanctiesysteem. In het licht van de bezorgdheid van de exploitanten van de justitiële systemen over de impact van de nieuwe regels, heeft het uitstel van de inwerkingtreding van wetsdecreet nr. 150/2022 voor een periode van maximaal twee maanden. 

Het uitstel zal het mogelijk maken om reeds ingezette organisatorische maatregelen en adequate technologische ondersteuning te verfijnen, om de gerechtelijke diensten de beste voorwaarden te garanderen voor een volledige, tijdige en effectieve toepassing van de reeds goedgekeurde hervorming, en om de goedkeuring van verdere overgangsregels te evalueren . Daartoe is bij het ministerie van Justitie reeds een specifieke taskforce opgericht, bestaande uit de hoofden van alle betrokken departementen van het ministerie van Justitie. 

Het wetsdecreet betreffende het strafproces en het sanctiesysteem vormt een mijlpaal van de PNRR en moet uiterlijk op 30 december 2022 in werking treden om de naleving van de deadlines en verbintenissen met Europa te garanderen.

Justitie, DL over het penitentiair systeem en strafrechtelijke hervorming