De G7 opent naar Italië op biobrandstoffen

Italië ondersteunt "technologische neutraliteit" als het gaat om klimaatdoelstellingen, en laat het aan de staten over om te beslissen hoe ze deze willen bereiken.


Tijdens de G7-bijeenkomst vorige week in Japan hebben de ministers van milieu in principe ingestemd met de Italiaanse oriëntatie op biobrandstoffen. Vorige maand keurde de EU een tienjarige maatregel goed om auto's met verbrandingsmotor vanaf 2035 te verbieden, inclusief auto's die worden aangedreven door biobrandstoffen gemaakt van plantaardig of dierlijk afval.

Het voorstel heeft tot bezorgdheid geleid bij Italiaanse en Duitse autofabrikanten en bedrijven die investeren in brandstoffen die worden geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen.

De hoop van Italië op een uitzondering op het verbod op auto's op biobrandstof leeft echter nog steeds dankzij de verklaring van G7-ministers in Japan, die zowel elektrische als biobrandstoffen noemden als alternatieven voor benzine en diesel.

Abonneer je op onze nieuwsbrief!


De EU had in Berlijn al een uitzondering gemaakt door het gebruik van synthetische brandstoffen – (combinatie van waterstof uit water met koolstof uit de lucht) toe te staan.
De door Berlijn verkregen uitzondering heeft Rome enorm geïrriteerd, omdat het van mening is dat de beslissing volledig gericht is op Duitsland ten nadele van Italiaanse bedrijven.
Sommige Italiaanse auto- en energiemanagers beschouwen het EU-besluit echter als goed nieuws omdat "het opent eigenlijk de deur naar uitzonderingen'.
Reeds beschikbare biobrandstoffen, die goedkoper zijn dan e-brandstoffen, kunnen dus een andere uitzondering zijn.

Volgens deskundigen kunnen e-brandstoffen en biobrandstoffen beide als klimaatneutraal worden beschouwd.

Italiaanse experts in de sector ondersteunen al lang het principe van "technologische neutraliteit" als het gaat om klimaatdoelstellingen, volgens hetwelk de EU zich moet beperken tot het vaststellen van de doelstellingen, waarbij de lidstaten vrij worden gelaten om te beslissen hoe ze deze willen bereiken.
deEni produceert momenteel jaarlijks 1,1 miljoen ton biobrandstoffen, na ombouw
twee van zijn binnenlandse olieraffinaderijen in de productie van biobrandstoffen. Een andere bioraffinaderij is in aanbouw.

Eni heeft ook zijn toeleveringsketen verticaal geïntegreerd door plantaardige oliën (exclusief palmolie) te importeren uit zijn Afrikaanse fabrieken voor de productie van biobrandstoffen.
De Italiaanse groep zei dat het de productie tegen het einde van het decennium wil verhogen tot 5 miljoen ton per jaar.
Eni is ook de toonaangevende Europese producent van met waterstof behandelde plantaardige olie (HVO), een soort diesel die volledig uit hernieuwbare energiebronnen wordt geproduceerd. Volgens insiders uit de industrie ziet Berlijn in de
e-brandstoffen een mogelijke optie om te voorkomen dat de hele auto-industrie moet overstappen op elektrische voertuigen.

Dat blijkt uit een document dat is gepubliceerd door dePotsdam Instituut voor onderzoek naar klimaatimpact, het gebruik van e-fuels zal waarschijnlijk nog lang beperkt blijven. “Zelfs als de markt zou groeien... zou het wereldwijde aanbod in 2035 niet eens voldoende zijn om de onontbeerlijke Duitse behoefte aan luchtvaart, scheepvaart en chemie te dekken', aldus de onderzoeker Falko Ueckerdt.

Na de verkiezingen voor het Europees Parlement van volgend jaar hoopt Italië de onderhandelingen met de nieuwe Commissie te heropenen, na de opening voor Duitse ecobrandstoffen.

De G7 opent naar Italië op biobrandstoffen

| ECONOMIE, BEWIJS 4 |