De Duitse inlichtingendienst (BND) bespioneert en analyseert berichten van buitenlandse journalisten

Het Duitse Federale Hof van Justitie heeft bepaald dat inlichtingendiensten niet het recht hebben massaal de telecommunicatie van buitenlandse burgers te bespioneren. Het vonnis, naar aanleiding van een rechtszaak aangespannen door verschillende groepen journalisten na een dossier van Reporters Without Borders. De journalisten werkten samen met de Duitse burgerrechtenorganisatie en voeren in hun zaak aan dat de bestaande wet de spionageagentschappen niet belette de communicatie tussen journalisten naar eigen goeddunken te bespioneren. Hierdoor kunnen inlichtingendiensten mogelijk de bronnen identificeren die journalisten bij hun werk gebruiken en die informatie zelfs delen met inlichtingendiensten in andere landen om zich op de bronnen te richten.
De Duitse buitenlandse inlichtingendienst, de Federale Inlichtingendienst of BND, heeft de mogelijkheid om toegang te hebben tot een grote hoeveelheid telecommunicatiegegevens en inhoud. Dit komt omdat Duitsland de thuisbasis is van enkele van de drukste internetuitwisselingspunten met de hoogste capaciteit ter wereld. De enorme telecommunicatie-infrastructuur van het land omvat de zogenaamde DE-CIX-centrale in Frankfurt, waarvan wordt aangenomen dat deze het op een na drukste internetknooppunt ter wereld is. Alleen al de DE-CIX-internetcentrale zou meer dan een biljoen berichten per dag van en naar West-Europa, Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Afrika verzenden.

De BND is, zoals bekend, niet bevoegd om de communicatie van Duitse burgers te bespioneren. Volgens Duitse media is het bureau echter van mening dat internetberichten tussen buitenlanders, die via Duitse uitwisselingen gaan, kunnen worden onderschept en geanalyseerd.

Dit komt omdat, volgens de BND, buitenlandse burgers niet onder de Duitse wetgever vallen, wat betekent dat hun communicatie geen privacybescherming heeft, zoals voorzien voor nationale burgers.
Maar deze hypothese werd dinsdag afgewezen door het Federale Hof van Justitie, de hoogste rechtbank in Duitsland. De rechtbank oordeelde dat telecommunicatietoezicht, ook voor buitenlanders, onder artikel 10 van de Duitse grondwet inzake het recht op privacy valt. Met andere woorden, de wet beschermt volgens de rechtbank ook de telecommunicatie van buitenlanders, wat inhoudt dat het toezicht op buitenlandse communicatie alleen gericht mag plaatsvinden, naar aanleiding van specifieke gevallen of specifieke personen. De rechtbank betwistte het massale surveillance-model - in tegenstelling tot gerichte surveillance - van de gegevensverzameling van de BND en zei dat de activiteiten van het spionageagentschap strengere controle vereisten, vooral met betrekking tot de communicatie van journalisten en advocaten. . Ten slotte was de rechtbank het met de eisers eens dat de grondwettelijke waarborgen tegen het vermogen van de BND om haar onderschepte gegevens te delen met buitenlandse spionagebureaus onvoldoende waren.
In zijn uitspraak gaf de rechtbank de Duitse regering een deadline, december 2021, om een ​​nieuwe wet voor te stellen die het telecommunicatietoezicht op buitenlanders regelt, om de zaak in overeenstemming te brengen met de Duitse grondwet.

De Duitse inlichtingendienst (BND) bespioneert en analyseert berichten van buitenlandse journalisten