Een haalbaarheidsbeoordeling geven over de vrijwillige uitbreiding van de toepasbaarheid van de EU-taxonomie van duurzame economische activiteiten tot kredietbankproducten en het debat over dit onderwerp bevorderen: dit is de doelstelling van het project dat is gelanceerd door de European Banking Federation in samenwerking met UNEP FI, Een partnerschap tussen het Milieuprogramma van de Verenigde Naties en de wereld van de financiële wereld, waarbij ook de Italiaanse Bankvereniging betrokken was. De resultaten van het tot dusver uitgevoerde werk worden geïllustreerd in een recent uitgebracht rapport (Rapport) en waarin de belangrijkste implicaties van een vrijwillige toepassing van de taxonomie op kredietbankproducten worden geanalyseerd.

Het document is het resultaat van het werk van een werkgroep waaraan 26 Europese banken en acht nationale bankverenigingen deelnamen, waaronder de Italiaanse bankvereniging. Vertegenwoordigers van de EBA, de Europese Commissie, de EIB, de Fei (Europees Investeringsfonds), de EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) en de "Principles for Responsible Investment" namen ook deel als waarnemers. "

Tussen januari en augustus 2020 testte de werkgroep, met verwijzing naar kredietproducten, de vrijwillige toepassing van de EU-taxonomie op meer dan 40 soorten transacties of bestaande relaties met klanten, die een brede categorie van macrosectoren en economische activiteiten omvatte en een vertegenwoordiger groep klanten, geografische gebieden en bankproducten en -diensten (bijv. particuliere leningen voor de energie-efficiëntie van woningen en voor elektrische voertuigen; bedrijfsleningen voor de energie-efficiëntie van commerciële gebouwen; leningen aan bedrijven, inclusief het MKB, gericht op duurzame activiteiten / projecten van vanuit milieuoogpunt).

Het experiment was daarom gericht op het beoordelen in hoeverre en volgens welke modaliteiten de EU-taxonomie van duurzame economische activiteiten, die al noodzakelijkerwijs van toepassing is op sommige financiële producten en diensten, mogelijk vrijwillig kan worden toegepast op de duurzaamheidsbeoordeling van onvoorziene bankportefeuilles / producten. de verordening en waarvoor de taxonomie in ieder geval een referentiestandaard zou kunnen worden (bijvoorbeeld in het kader van de niet-financiële verklaring / duurzaamheidsverslag of in verband met eventuele tweede pijler verzoeken op het gebied van prudentieel toezicht)

Het rapport schetst concrete procedures en principes voor de praktische toepassing van de Europese taxonomie voor de identificatie van ecologisch duurzame economische activiteiten in de context van de geanalyseerde bankactiviteiten, en behandelt in het bijzonder acht aanbevelingen aan wetgevers en toezichthouders, certificeringsinstanties en aan dezelfde banken. Drie ervan zijn van bijzonder belang: de eerste twee, gericht tot wetgevers en regelgevers, nodigen u uit om de specifieke kenmerken van de geanalyseerde bankproducten en -diensten zorgvuldig te evalueren, zodat de volledige toepassing van de EU-taxonomie kan worden beperkt en het verzamelen ervan wordt vergemakkelijkt. en beheer van gegevens door de ontwikkeling van instrumenten om de toepassing van de EU-taxonomie te vergemakkelijken; de achtste aanbeveling is bedoeld om de ontwikkeling van gemeenschappelijke sectorrichtlijnen voor te stellen voor de implementatie en toepassing van de taxonomie op de belangrijkste bankproducten.

Naast de haalbaarheidsanalyse van de toepassing ook op kredietproducten, die niet formeel worden vermeld in de EU-verordening, kan het gebruik van de 'groene' taxonomie door banken - al aangenomen voor sommige financiële producten - resulteren in een reeks positieve gevolgen: tendentiële convergentie van de taxonomieën van de respectieve banken, om een ​​betere vergelijkbaarheid van bankproducten voor beleggers te bevorderen; een uitbreiding van het aanbod van 'groene' producten voor investeerders; een beter vermogen van banken om te voldoen aan de voorkeuren van hun klanten voor duurzame producten; een beter vermogen om blootstellingen in kaart te brengen, ook met het oog op eventuele gerichte prikkels; last but not least, positieve reputatiereacties dankzij een transparantere en eenduidiger communicatie over positieve initiatieven in termen van milieu-impact. Tegelijkertijd is er een van de aandachtspunten dat bedrijven, waaronder het MKB, zich moeten organiseren om indicaties te geven over hun duurzaamheidsprofiel en afstemming op de EU-taxonomie voor duurzame financiering, die in toenemende mate de spil zou moeten vormen, ook op communautair en nationaal niveau beleid ter ondersteuning van de overgang naar een duurzamere economie.

Banken: richtlijnen voor de toepassing van EU-duurzaamheidsprincipes gepresenteerd

| NIEUWS ', ECONOMIE |