Het bedrijf heeft de eerste emissiecompensatie uitgevoerd voor een bedrag gelijk aan 1,5 miljoen ton CO2
Eni heeft, dankzij de verbetering van interventies voor bosbehoud in Afrika, de eerste generatie koolstofkredieten behaald voor de compensatie van broeikasgasemissies gelijk aan 1,5 miljoen ton CO2. De credits zijn gegenereerd door het REDD+ Luangwa Community Forest Project (LCFP) in de Republiek Zambia, waar Eni al meer dan een jaar actief bij betrokken is. LCFP maakt deel uit van de projecten die gericht zijn op de bescherming en het behoud van bossen op het Afrikaanse continent, in lijn met het REDD+ raamwerk (Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation), gedefinieerd door de Verenigde Naties (United Nations Framework Convention on Climate Change - UNFCCC). Eni verwijst naar dit raamwerk en zet zich in voor de ontwikkeling en monitoring van REDD+ door actieve deelname aan het beheer ervan.
De ontwikkeling van vrijwillige projecten ter ondersteuning van initiatieven gericht op het bestrijden van klimaatverandering, zoals de REDD+-projecten, maakt deel uit van Eni's langetermijnstrategie voor decarbonisatie, die de belangrijke rol erkent van Natural Climate Solutions (NCS) bij het beperken van de opwarming van de aarde tot ver onder de 2°C.
In dit kader verwacht Eni geleidelijk een koolstofkredietportfolio te bereiken van 10 miljoen ton CO2-equivalent per jaar in 2025, 20 miljoen ton in 2030 en meer dan 30 miljoen ton in 2050.
De door Eni ontwikkelde REDD+-projecten bevorderen niet alleen klimaat- en milieuvoordelen (vermindering van ontbossing en bosdegradatie, toename van natuurlijke koolstofvoorraden, behoud en herstel van biodiversiteit), maar bevorderen ook de sociale en economische ontwikkeling van de lokale gastbevolking. Op deze manier draagt Eni bij aan het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties, waaronder in het bijzonder SDG's 13 (Acteren voor het klimaat) en 15 (Leven op aarde).
Vanwege de hoge en positieve sociale en milieu-impact van deze projecten worden de carbon credits gevalideerd en geverifieerd volgens de hoogste internationale standaarden zoals de Verified Carbon Standard (VCS) en de Climate Community en Biodiversity Standard (CCB) Triple Gold, uitgegeven door de internationale certificerende instantie VERRA.
De strategie van Eni is gericht op het bereiken van nul netto-emissies scope 1 en 2 stroomopwaarts tegen 2030 en Eni tegen 2040. Tegen 2050 streeft Eni naar een vermindering van 80% in scope 1, 2, 3 netto-emissies met betrekking tot de gehele levenscyclus van de verkochte energieproducten.
Deze doelstellingen zullen worden nagestreefd door middel van energie-efficiëntiemaatregelen, een toename van de gascomponent in vergelijking met vloeistoffen in de koolwaterstofproductieportfolio, uitgebreide ontwikkeling van energieproducten uit hernieuwbare en koolstofarme bronnen (via projecten voor het afvangen, gebruiken en geologische opslag van CO2 -CCUS- en het gebruik van afval en biomassa). Het gebruik van koolstofkredieten die worden gegenereerd door projecten die zich houden aan het REDD+-schema, is een van de hefbomen die Eni beoogt in zijn decarbonisatieproces om een deel van zijn resterende emissies te compenseren die moeilijk te verminderen zijn met de huidige technologieën (de zogenaamde moeilijk te verminderen emissies).