De Fransen rukken uit Italië. De PNRR-fondsen voor ruimte bij ESA voor Italiaanse programma's lopen gevaar

(Voor Andreas Pinto) Het lijkt getuige te zijn van een voetbalderby, maar dat is niet zo omdat de belangen zeker groter zijn met gevolgen voor de economieën van de concurrerende landen. Italië e Frankrijk proberen zich te positioneren binnen deEuropese Unie als nieuwe leidende spelers gezien het feit dat Duitsland, na het Merkel-tijdperk, vage tekenen van verhulde decadentie begint te vertonen.

Een nieuwe uitdaging, ja Ruimte, trekt de landen aan die meer dan de andere investeren en hun eigen middelen inzetten papier nationale strategieën. Op 23 november, tijdens de ministeriële bijeenkomst van de European Space Agency (ESA), wordt het gemeenschappelijk ontwikkelingsbeleid voor de komende drie jaar bepaald. Leidend onder de projecten die worden geëvalueerd, is dat van draagraketten waar Italië een prestigieuze wereldpositie heeft en waar het doel is om steeds meer te investeren in de ontwikkeling van ruimte economie. In deze nichesector staan ​​we momenteel op de zevende plaats in de wereld voor vastgelegde uitgaven en op de vijfde plaats na de Verenigde Staten, Frankrijk, Japan en China voor middelen voor innovatie.

La ruimte economie Italiaans moedigt de geboorte van nieuwe aan beginnen dankzij het kaliber van de gepleegde investeringen, ook dankzij de opvallende toegewijde fondsen van de EU. Frankrijk heeft de nieuwe uitlaatklep gevoeld om de binnenlandse economie nieuw leven in te blazen door vorig jaar de ontwikkeling van aan te kondigen Maia, een kleine herbruikbare draagraket gemaakt door de Frans-Duitse reus ArianeGroep. Een programma dat hand in hand gaat met het Italiaanse, het bekendste en meest gebruikte Vega, Fabrikant Avio gevestigd in Colleferro in de provincie Rome.

De akkoorden volgen die aflopen van Verdrag van de Quirinale Italië en Frankrijk waren overeengekomen dat de marketing van de draagraketten uitsluitend aan werd toevertrouwd Arianruimte, die op zijn beurt eigendom is van ArianeGroep. De aankondiging kwam kort na de ondertekening tussen de toenmalige minister van Innovatie, Vittorio Colao, en zijn Franse tegenhanger, Bruno Le Maire: de overeenkomst betrof de gezamenlijke ontwikkeling van de draagraketten en in het bijzonder van de modellen Ariane 6, gebruikt om satellieten in een hoge baan te brengen, bijv Vega C, gebruikt voor kleine tot middelgrote satellieten in een lage baan.

De ambitieuze deal heeft deEsa aankunnen 1,3 miljard van de Italiaanse Pnrr bestemd voor de ruimte, op initiatief van oud-minister Colao zelf. Een slechte keuze, want het zou Frankrijk in staat kunnen stellen te profiteren van Italiaanse fondsen als het erin slaagt om de ontwikkeling van zijn projecten een prioriteit te geven boven de Italiaanse projecten binnen de ESA.

Een eerste oplossing werd voorgesteld, schrijft Domani, door Mario Draghi, die Frankrijk had gevraagd om ook de Italiaanse industrie te betrekken bij de uitvoering van het Maia-project, om samen een alternatief te ontwikkelen voor de valk di Elon Musk. Aan de verzoeken van de toenmalige Italiaanse premier werd echter geen gehoor gegeven en volgens Il Sole 24 Ore zou de vraag op de tafel van deEuropese antitrust, in geval van geen akkoord tijdens de ministeriële bijeenkomst van 23 november.

Rome heeft snel een oplossing nodig, want Italië moet de komende vijf jaar bijdragen aan ESA-projecten met een budget van 2,8 miljard euro. Een deel van dit geld komt uit de jaarlijkse middelen die al beschikbaar zijn voor deItaliaans ruimteagentschap – ASI – en andere reservefondsen, maar de begrotingswet die tegen het einde van het jaar moet worden goedgekeurd, moet de komende drie jaar nog een miljard blokkeren. De timing is daarom belangrijk voor de regering van Meloni, die heeft besloten de minister van Ondernemingen en Made in Italy, Adolf Urso, voorzitterschap van het Interministerieel Comité voor beleid met betrekking tot ruimte- en ruimtevaartonderzoek.

Urso is een meer politiek figuur dan zijn voorganger, maar hij is zeker geen onbekende in het onderwerp. Als president van Copasir heeft hij zich al met ruimte beziggehouden en ondertekende hij in juli 2021 een lang rapport waarin hij de noodzaak benadrukte om te blijven investeren in de ruimtevaarteconomie om niet achter te raken bij Britse en Duitse bedrijven, maar ook bij Franse. Urso had zich juist gericht op de concurrentie met Parijs in de lanceersector, waarin Italië een uitstekende positie heeft, en in het bijzonder op het succes van de Vega.

Volgens Copasir hebben de verbeteringen van de nationale industrie geleid tot politieke reacties in Parijs, dat in het Avio-project een potentiële concurrent van Ariane ziet.

De Fransen rukken uit Italië. De PNRR-fondsen voor ruimte bij ESA voor Italiaanse programma's lopen gevaar