De Russische autoriteiten maakten dinsdag bekend dat een gasexplosie een deel van een medische faciliteit in Siberië heeft beschadigd, waar levende monsters van virussen zoals Ebola en pokken zijn ondergebracht, maar voegden eraan toe dat het niet nodig was om een biomedische noodsituatie uit te roepen.
De explosie vond naar verluidt maandag plaats in het State Research Center of Virology and Biotechnology, bekend als Vector. Het zes verdiepingen tellende bouwwerk van beton en staal bevindt zich in de geïsoleerde Siberische stad Kotsovo, vlakbij de stad Novosibirsk, 6 kilometer van de grens met Mongolië.
Vector, opgericht in 1974 door de Sovjetstaat om massale infectieuze agentia te bestuderen die kunnen worden gebruikt om biologische wapens te bouwen, is vandaag de dag nog steeds een van de grootste virologische onderzoekscentra ter wereld, gespecialiseerd in de behandeling van enkele van de dodelijkste infectieziekten, zoals Ebola, tularemie en Mexicaanse griep. Aangenomen wordt dat de Vector-faciliteit een van de twee locaties ter wereld is waar levende monsters van het pokkenvirus worden bewaard. Er wordt aangenomen dat de Centers for Disease Control and Prevention in de stad Atlanta, VS, ook monsters van het virus herbergen.
Volgens een dinsdag vrijgegeven verklaring van het Russische staatspersbureau TASS werd de explosie veroorzaakt door een gasfles die werd gebruikt door werknemers die reparaties uitvoerden in een gezondheidsinspectieruimte op de vijfde verdieping van de Vector-faciliteit, waardoor één werknemer gewond raakte.
Op het moment van de explosie waren er geen werkzaamheden waarbij biologische agentia betrokken waren, en daarom zou het niet nodig zijn geweest om de noodtoestand uit te roepen en zouden er dus geen waarschuwingen voor biologische dreigingen zijn afgegeven.